Eind jaren 60 vatte een groep geinteresseerden, onder de leiding van onder andere Luppo Simons, het idee op om in de regio Salland een zweefvliegclub op te richten waar, net zoals op Terlet, de hele week een vliegbedrijf zou plaats vinden door middel van cursussen. Al snel viel het oog op een moeras-achtig gebied tussen Lemelerveld en Dalfsen, ten westen van de thermisch geachte Lemelerberg.
Door ruilverkaveling werd het terrein als zweefvliegterrein geschikt gemaakt. De toenmalige “Nederlandse Heidemij” en de firma “Schagen” te Zwolle egaliseerden het terrein en enige jaren later werd het lierpad geasfalteerd. Ook werden rondom de in aanbouw zijnde hangaar bomen en struiken aangeplant.
De bouw van de hangaar kreeg in 1971 zijn gestalte om er zweefvliegtuigen, werkplaats en een kantine onder te brengen. Er is door professionals en leden van de club met man en macht aan gewerkt. Zo werd de kantine, o.a. bar en meubilair, ingericht door het toenmalig clublid, meubelmaker, Bas Verbruggen.
In 1975 werd een motorvliegtuig van het type Scheibe C-Falke registratie PH-ART aangeschaft en werd in hetzelfde jaar van motorvliegtuig naar motorzwever (TMG) geclassificeerd en kreeg toen de registratie PH-641 in het burger luchtvaartregister. Het ledental groeide als kool en om ieder lid aan bod te laten komen lag de aanschaf van de motorzwever voor de hand. Het voordeel hiervan is het flexibel in te zetten voor de elementaire vliegopleiding. Na vele jaren dienst te hebben gedaan bleek de PH-641 ‘op’ en werd vervangen door een vergelijkbaar model. Tegenwoordig heeft de ACS nog steeds een Scheibe Falke in haar vloot, nu een exemplaar die ook in staat is om als sleepkist te fungeren.
De club werd serieus opgezet. Er werden meerdere vliegtuigen en lieren nieuw besteld in Duitsland en overgenomen van andere clubs. Zo stond er al snel een voor die tijd moderne vloot met o.a. twee Schleicher K13 (PH-426 en PH-427) een Schleicher K8 (PH-428), een Schleicher K6 (PH-379), een Slingsby Skylark II (PH-222), een Slingsby Sedbergh(PH-200) en een Göppingen Gö 4 (PH-209). Bij een hangaarbrand in januari 1979 is de vloot grotendeels verbrand. In de jaren daarna was het soms behelpen. Zo werd er bijvoorbeeld van de zweefvliegclub Texel een Schleicher K7 (PH-264) overgenomen en maakte, met financiele hulp van leden, ook de eerste kunststofvliegtuigen hun opwachting in de vorm van de PIK-20 (PH-661) en Twin Astir (PH-671).